De medicijnen die een reumatoloog voorschrijft vallen in de groep medicijnen die antireumatica worden genoemd. Deze medicijnen worden tegenwoordig al vrij snel voorgeschreven zodat er zoveel mogelijk schade aan gewrichten en organen kan worden voorkomen. Ook verminderen ze pijn en stijfheid.
Er zijn verschillende soorten medicijnen tegen reuma die allemaal op hun eigen manier werken. Welk medicijn voor u geschikt is, hangt af van de soort reumatische aandoening. Er word dan vaak ook aangeraden om hierover met een specialist (een reumatoloog) in gesprek te gaan. Deze schrijft dan ook vaak een combinatie van medicijnen voor. De medicijnen zijn onder te verdelen in:
1. Eenvoudige pijnstillers
Eenvoudige pijnstillers zijn zoals het woord al zegt ‘’eenvoudige’’ medicijnen die de pijn verlichten. Een arts zal dan ook vaak eerst een eenvoudige pijnstiller laten proberen. Dit is omdat eenvoudige pijnstillers in de meeste gevallen geen bijwerkingen geven en zonder recept verkrijgbaar zijn bij een drogist of apotheek. Het medicijn wat dan het meest word voorgeschreven is paracetamol (met of zonder codeïne). Paracetamol is namelijk een medicijn wat snel werkt, maar helaas ook weer snel is uitgewerkt. Daarom is het belangrijk om paracetamol regelmatig in te nemen, zodat de ‘’spiegel’’ hoog blijft.
2. Ontstekingsremmende pijnstiller
Ontstekingsremmende pijnstillers worden ook wel NSAID’s (Non-Steroidal Anti Inflammatory Drug) genoemd. Deze medicijnen worden voorgeschreven als paracetamol onvoldoende werkt of als er een ontsteking is. NSAID’s verlichten snel de pijn, stijfheid en ontstekingen, maar zijn niet voor iedereen geschikt. Ze hebben namelijk in tegenstelling tot paracetamol wel verschillende bijwerkingen:
- slaperigheid
- duizeligheid
- verhoogde bloeddruk
- verminderde bloedstolling
- benauwdheid
- huiduitslag
Daarnaast schrijft een arts ook vaak een maagbeschermend of maagzuurremmend middel voor om de kans op maag- en darmklachten te verkleinen.
NSAID’s zijn onder te verdelen in de oude NSAID’s en in de nieuwe NSAID’s. Een arts zal meestal eerst kiezen voor een oudere NSAID; diclofenac, naproxen of ibuprofen. Als iemand hartklachten heeft, ooit een beroerte heeft gehad, een ernstige lever- of nieraandoening heeft, zwanger is of wil worden, binnenkort geopereerd word of als iemand maagklachten krijgt, schrijft een arts een nieuw NSAID voor: arcoxia, celebrex of movicox.
NSAID’s remmen pijn en onstekingen maar kunnen geen gewrichtsschade voorkomen. Er mogen nooit 2 verschillende ontstekingsremmende pijnstillers tegelijk worden gebruikt, en regelmatige medicijncontrole is noodzakelijk als iemand langer dan 18 maanden een NSAID gebruikt.
3. Klassieke reumaremmers
Reumaremmers worden ook wel DMARD’s (Disease-Modifying Anti Rheumatic Drug) genoemd en zijn medicijnen die gewrichtsontstekingen onderdrukken. Het is van belang snel met de reumaremmers te starten zodat zo min mogelijk gewrichten zullen beschadigen (door ontstekingen). Een reumatoloog schrijft dan vaak ook in een vroeg stadium van reuma een DMARD voor.
Een reumaremmer werkt niet direct als u ermee begint. Het kan soms werken of zelfs maanden duren voordat iemand wat merkt van de werking van het medicijn. Om in die tijd de pijn te onderdrukken zal een arts vaak een eenvoudige pijnstiller of een ontstekingsremmende pijnstiller voorschrijven. Door de ontsteking op verschillende manieren te bestrijden (door bijvoorbeeld een combinatie met een pijnstiller) kunnen de medicijnen effectiever zijn. Niet iedereen reageert goed op reumaremmers. Bij sommige mensen helpen de medicijnen onvoldoende of krijgen ze last van veel bijwerkingen. Daarom is het voor een arts altijd zoeken naar de goede combinatie van medicijnen.
Voorbeelden van klassieke reumaremmers zijn:
- Methotrexaat
- Sulfasalazine
- Goud
- Hydroxychloroquine
- Azathioprine
- Leflunomide
- Ciclosporine
4. Biologische reumaremmers
Biologische reumaremmers bestaan geheel of gedeeltelijk uit dierlijk of menselijk eiwit. Het is een nieuwe groep medicijnen die de werking van ontstekingseiwitten of afweercellen in het lichaam remmen. Bij reuma is het namelijk in sommige gevallen zo dat de afweercellen of ontstekingseiwitten niet goed werken. Doordat biologische reumaremmers deze afweercellen/ontstekingseiwitten remmen, kunnen ontstekingen tot rust komen.
Er zijn 3 soorten biologische reumaremmers:
- TNF alpha-remmers:
TNF alpha is een eiwit dat overactief is als iemand een auto-immuunziekte heeft en zorgt ervoor dat het afweersysteem ook de eigen lichaamscellen gaat aanvallen. Door TNF alpha-remmers te geven wordt de aanmaak van dit eiwit geremd.
- Interleukine-remmers
Interleukine-1 is de stof in het afweersysteem dat overactief is bij reuma. Door interleukine-remmers te geven, krijgt iemand vaak minder last van ontstekingen en heeft iemand dus ook vaak minder pijn.
- B-celremmers en T-celremmers
Net zoals bij de bovengenoemde stoffen, spelen ook de T- en B-cellen een belangrijke rol in het afweersysteem. Als door reuma deze stoffen overactief zijn, remmen ze de cellen af waardoor bijvoorbeeld pijn heftiger wordt.
B- en T-cel remmers worden alleen voorgeschreven bij een ernstige vorm van reuma waarbij geen van de klassieke reumaremmers of TNF alpha-remmers aanslaat.
Bronnen:
http://www.reumafonds.nl/informatie-voor-doelgroepen/patienten/behandeling/medicijnen/soorten-medicijnen/eenvoudige-pijnstillers
Geplaatst door Nelleke Elskamp
Maak jouw eigen website met JouwWeb