Het verpleegplan

Ordening volgens Gordon

1. Gezondheidsbeleving en instandhouding
Reuma heeft een grote invloed op het dagelijks leven van de zorgvrager. Dit komt door de gewrichtsontstekingen die veel pijn doen en leiden tot stijfheid. Het kan lastig zijn voor mensen met reuma om dit te accepteren, omdat het de ene dag stukken beter gaat dan de andere dag.
 
2. Voeding en stofwisselingspatroon
Voor mensen met reuma is geen speciaal dieet van toepassing. Toch is een goede voeding voor een zorgvrager met reuma en gewrichtsproblemen wel belangrijk. Overgewicht zorgt namelijk voor een nog grotere belasting op de gewrichten, wat vaak zorgt voor nog meer pijn en stijfheid. Daarom is het verstandig dat iemand met reuma en overgewicht zich houdt aan de leefregels die bijvoorbeeld met een diëtist zijn afgesproken.
Toch zal ook het eten, drinken en koken niet bij iedere zorgvrager met reuma soepel gaan. Reuma veroorzaakt namelijk ook krachteloosheid in handen en polsen, wat ervoor zorgt dat het eten lastig wordt. Het snijden van groentes, het schillen van aardappels en het verplaatsen van pannen zal lastiger worden. Verder kunnen de medicijnen van reuma stomatitis (algemene ontsteking van het mondslijmvlies)veroorzaken, waardoor het eten en drinken pijnlijk wordt.
 
3. Uitscheidingspatroon
Over het algemeen hebben zorgvragers met reuma geen problemen met het uitscheidingspatroon zelf. Echter hebben ze soms wel moeite met de toiletgang, omdat vergroeiingen dit bemoeilijken.
 
4. Activiteitenpatroon
Ze zijn beperkt in de dagelijkse activiteiten. Ze kunnen zich moeilijk bewegen. Hierdoor is het om te lopen de toiletgang en lichamelijke verzorging. Het kost kun veel moeite omdat het pijn doet. Mensen met reuma zijn eigenlijk afhankelijk van mensen andere mensen die hen helpen met de verzorging en het huishouden. Mensen in het beginstadium van reuma hebben hier minder last van. Zij kunnen naar hun werk en de dagelijkse dingen doen
 
5. Slaaprust patroon
Mensen met reuma kunnen vaak slecht in slaap komen door de pijn die zij hebben. Als ze een goede dag hebben kunnen ze het 'slaap te kort' bijslapen. 

6. Waarnemings- en cognitiepatroon 
Reuma is een chronische ziekte en heeft net zoals andere chronische ziekten een grote invloed op het dagelijks leven van de patient. De pijn en de stijfheid die reuma met zich meebrengt zorgen er namelijk voor dat mensen het cognitief/mentaal gezien erg zwaar kunnen hebben. De wisselingen van de pijnen ervaren mensen als zeer vervelend en beperken ze in hun doen en laten. 
7. Zelfbeleving
Mensen met reuma hebben moeite met het accepteren dat ze reuma hebben. Het roept veel vragen, twijfels en het gevoel van onmacht op. Dit betekent dat ze moeten leren het te accepteren, begrijpen en om te gaan met de ziekte en de gevolgen hiervan. Omdat mensen vanaf de buitenkant niet kunnen zien dat ze reuma hebben is het lastig om hiermee om te gaan.
 
8. Rol en relatie
In het begin stadium van de ziekte kan de patiënt zijn dagelijkse dingen volbrengen. Als de ziekte vordert, merkt de patiënt dat hij/zij steeds meer beperkt wordt. Mensen met reuma en hun omgeving moeten leren omgaan met vragen en emoties die gepaard gaan met de ziekte.
 
9. Cognitie en waarneming
Dit patroon is gericht op de zintuiglijke waarneming en de cognitieve functies. Dit kan voor iemand met reuma van toepassing zijn omdat hij/zij veel pijn heeft. Reuma heeft geen invloed op de zintuiglijke waarnemingen
 
10. Seksualiteit en voortplanting:
Door reuma kunnen de mensen beperkt zijn op het gebied van seksualiteit. Dit komt doordat de patiënt de ene dag meer last heeft dan reuma dan de andere dag.
 
11. Stressverwerking:
De patiënt moet langzaam aan leren omgaan met de ziekte die hij of zij heeft. Dit kan veel emoties met zich mee brengen. Hierdoor zal de patiënt meer hulp moeten hebben van zijn of haar omgeving.

 

Diagnose, doel en interventie

Potentieel verpleegprobleem 1

P De zorgvrager  heeft last van decubitus
E Reuma, met als gevolg bedlegerigheid
S Rode niet wegdrukbare plekken, bloedinkjes in de huid, huid verkleurt en word paars/rood,  blaarvorming, zweren en zweren die uitbreiden naar onderliggende weefsels.
Doel
- De decubitus wond van de zorgvrager is niet zichtbaar meer.
Interventies
- Geef voorlichting over het ontstaan en de verschijnselen
- Bespreek de gevolgen van de huidige situatie
- Adviseer met betrekking tot passende hulpmiddelen
- Adviseer over wisselligging
- Behandel de decubutis volgens het protocol

 

Potentieel verpleegprobleem 2

P De zorgvrager heeft last van somberheid
E De wisselende pijnen die reuma met zich meebrengt
S De zorgvrager heeft geen zin meer in de dag, de zorgvrager wil het bed niet meer uitkomen, de zorgvrager ziet alles negatief, de zorgvrager vereenzaamd en de zorgvrager heeft weinig trek.
Doel
- De zorgvrager heeft zijn ziekte geaccepteerd
- De zorgvrager zit lekkerder in zijn/haar vel
Interventies
- Bespreek waardoor de zorgvrager last heeft van somberheid
- Zoek uit in welke mate de ziekte invloed heeft op het dagelijks leven van de zorgvrager
- Ga in gesprek met mensen uit de omgeving van de zorgvrager
- Peil of de zorgvrager behoefte heeft aan contact met andere zorgvragers met reuma
- Peil of de zorgvrager behoefte heeft aan contact met een psycholoog
- Laat de zorgvrager dagelijks een stemmingscore (van 0-10)

 

Potentieel verpleegprobleem 3

P De zorgvrager heeft moeite met het opvolgen van leefstijl adviezen
E Het niet accepteren van de ziekte reuma
S De zorgvrager en/of mantelzorg geeft aan de leefregels niet of nauwelijks op te volgen, de zorgvrager houd zich niet aan afspraken.
Doel
- De zorgvrager kan de voor hem passende leefstijladviezen benoemen en weet waarom hij deze zou moeten opnoemen
- De zorgvrager volgt behandeladviezen op (doen van oefeningen, afwisseling van activiteit en rust, goede voeding enz.)
Interventies
- Ga in gesprek over de leefstijladviezen en vraag waar de zorgvrager moeite mee heeft
- Stimuleer de zorgvrager om regelmatig op controle te gaan bij een specialist/ een verpleegkundig consulent
- Ga op zoek naar geschikte ontspanningsmethode zodat de zorgvrager meer rust heeft om de leefstijladviezen op te volgen
- Ga in gesprek over geschikte leefstijladviezen voor de zorgvrager
- Licht de zorgvrager voor over de gevolgen van het niet opvolgen van leefstijladviezen

 

Meest voorkomend verpleegprobleem 1

P De zorgvrager heeft last van chronische pijnen
E Reuma, en daardoor eventuele vergroeiingen
S De zorgvrager geeft zelf aan pijn te hebben, de zorgvrager heeft rode gezwollen gewrichten, de zorgvrager maakt voorzichtige bewegingen.
Doel
- De zorgvrager voelt zich met betrekking tot zijn pijn gehoord en erkend door zijn omgeving
- De zorgvrager gebruikt voor hem/haar geschikte pijnverlichtende methoden
Interventies
- Geef aan dat jij als verpleegkundige de pijn accepteert en dat je geen dingen doet die de zorgvrager niet wil.
- Geef eventueel voorlichting aan de mantelzorger over het optreden van pijn.
- Geef voorlichting over de rol van vermoeidheid en de cirkel; pijn-stress-vermoeidheid
- Inventariseer samen met de zorgvrager geschikte pijnverlichtende methoden
- Verzamel informatie over het pijnpatroon
- Pas de voorgeschreven medicatie toe
- Verwijs naar de arts als de pijnmedicatie niet voldoende resultaat geeft

 

Meest voorkomend verpleegprobleem 2

P De zorgvrager heeft last van vermoeidheid en verminderde vitaliteit
E Reuma
S De zorgvrager zegt zich vaak vermoeid te voelen, de zorgvrager heeft last van lusteloosheid, de zorgvrager heeft last van verminderde interesse en sociale activiteiten, de zorgvrager heeft toegenomen behoefte aan slaap of rust en de zorgvrager ziet er bleek/vermoeid (ingevallen ogen en wallen) uit.
Doel
- de zorgvrager kan een patroon in zijn/haar vermoeidheidspatroon herkennen
- de zorgvrager kan verschijnselen herkennen van verhoogde ziekteactiviteit die zijn activiteiten negatief beïnvloeden
- de zorgvrager kan aangeven op welke manier hij/haar energie kan sparen
Interventie
- Bespreek de oorzaken van de vermoeidheid
- Breng het energiegebruik per dag in kaart (wanneer voelt iemand zich het meest moeà welke activiteiten gingen daaraan vooraf)
- Ontwikkel een schema met een doordacht energiegebruik per dag
- Probeer de zorgvrager te ondersteunen in het stellen van prioriteiten
- Geef voorlichting over de invloed van stress op gevoelens van vermoeidheid
- Geef voorlichting over symptomen van verhoogde ziekte activiteit

 

Meest voorkomend verpleegprobleem 3

P De zorgvrager heeft last van bewegingsbeperking
E Reuma, de eventuele vergroeiingen
S De zorgvrager geeft aan moeite te hebben met bewegingen, de zorgvrager beweegt moeizaam/houterig, het gezicht van de zorgvrager zou eventueel kunnen vertrekken tijdens het bewegen en heeft last van ochtendstijfheid.
Doel
- De zorgvrager bereikt voor hem het hoogst mogelijke niveau van functioneren met betrekking tot de volgende activiteiten
* persoonlijke verzorging
* aankleden
* eten en drinken
* toiletactiviteiten
- Binnen 1 maand nadat de zorgvrager een hulpmiddel heeft gekregen kan hij/zij de hulpmiddelen op de juiste wijze gebruiken.
Interventies
- Geef voorlichting over pijnverlichting
- Maak samen met de zorgvrager een schema waarin rust en activiteit elkaar afwisselen
- Geef voorlichting over hulpmiddelen en de wijze van aanschaf
- Geef voorlichting over makkelijk te hanteren kleding
- Zorg voor een veilig omgeving waarin de zorgvrager makkelijk kan bewegen

Ze zijn beperkt in de dagelijkse activiteiten. Ze kunnen zich moeilijker bewegen, hierdoor is het lastig om te lopen, toiletgang en lichamelijke verzorging. Het kost hun veel moeite omdat het pijn doet. Mensen met reuma zijn eigenlijk afhankelijk van hulp van andere mensen, die hen helpen met de verzorging en het huishouden. Mensen in het begin stadium van de reuma, hebben hier minder last van. Zij kunnen naar hun werk en de dagelijkse dingen doen.

Ze zijn beperkt in de dagelijkse activiteiten. Ze kunnen zich moeilijker bewegen, hierdoor is het lastig om te lopen, toiletgang en lichamelijke verzorging. Het kost hun veel moeite omdat het pijn doet. Mensen met reuma zijn eigenlijk afhankelijk van hulp van andere mensen, die hen helpen met de verzorging en het huishouden. Mensen in het begin stadium van de reuma, hebben hier minder last van. Zij kunnen naar hun werk en de dagelijkse dingen doen.